Boom

 

Aantal naamdragers tijdens de Nederlandse volkstelling in 1947: 4426 personen
De betekenis van de naam kan op drie manieren: a. het is een bijnaam of een beroepsnaam. Als bijnaam kan de herkomst bepaald zijn door een groot of fors persoon als drager, die de naam kreeg vanuit zijn omgeving; b. als beroepsnaam kan de herkomst bepaald zijn door een persoon met als beroep slagboomwachter of iemand die het opwinden van de kettingboom als taak had. C. tenslotte kan de herkomst bepaald zijn door de naam van het huis waar de familie Boom heeft gewoond. De rechte lijn van het geslacht Boom dat in deze stamboom is genoemd heeft namelijk in Ambt Almelo op het Boomshuis gewoond. Dit was een vicariegoed. Een vicariegoed was een door de landheer
aangewezen of ter beschikking gesteld erve waarvan de opbrengsten ten goede moesten komen aan de kerkelijke eredienst en haar verzorgers. De landheer was de graaf Van Rechteren Limpurg. Bij de derde variant blijft de vraag open of het huis naar de familie is vernoemd of de familie naar het huis. De stamboom van Boom hebben we met tien generaties kunnen herleiden tot aan Willem Boom, geboren ca. 1650, waarvan acht generaties nauw verbonden waren met het Ambt Almelo, dat was een zelfstandige gemeente, welke tot 1795 –samen met de stad Almelo- deel uitmaakte van de Heerlijkheid Almelo en Vriezenveen. Op 21 oktober 1811, tijdens de Napoleontische tijd, werden stad
en ambt van deze Heerlijkheid samengevoegd tot één gemeente. Enkele jaren later echter, op 24 november 1815, werd weer besloten om stad en ambt opnieuw te scheiden. Dat ging niet eenvoudig omdat er direct daarna conflicten ontstonden over bijvoorbeeld de wegen naar de stad Almelo over het gebied van Ambt Almelo. Vanuit de Provinciale staten zijn hier bepaalde knopen doorgehakt en uiteindelijk werd de nieuwe scheiding op 29 september 1818 bekrachtigd. Voorgaande scheiding stond sterk onder invloed van de eerdergenoemde graaf Van Rechteren Limpurg en Koning Willem I en hield nog geen volle eeuw stand. De gemeente Ambt Almelo telde in 1867 totaal 3800 inwoners op een gebied van 3789 bunders. Op 1 januari 1914 werden beide gemeentes weer bij elkaar gevoegd tot één gemeente Almelo, onder meer ten koste van het gemeentewapen – waarop symbolisch de twaalf buurtschappen zijn aangegeven- van Ambt Almelo. Daarmee is het Ambt nauwelijks zichtbaar gemaakt in deze toch vrij recente Almelose geschiedenis.

Details van deze familie zijn te zien in het Register Rapport. Heb je interesse in de kwartierstaat dan kan je mij via het contactformulier hierom vragen.